Dag 24. Stof , een steen en een wit wief

13 augustus 2017 - Lomas, Spanje

13 augustus. Zondag. Dag 24

Totaal 2007 km; van Burgos naar Palenzia , een stapelbed in een zweterig, stinkend en warm “Al Albergue Municipal de Calzadilla de la Cuaze”,

Via cavia, Estepar, Iglesias, Castrojeriz, fromista, Villalcazr de Sirga,  Revenga de Campos, Afstand 126 km

Vandaag weer prachtig weer, met de wind in de rug op richting, zover mogelijk, maar Santiago. Vandaag rijden we grotendeels op de Spaanse hoogvlakte. Daar kan het, en dat was het dan ook vandaag, erg warm zijn en dit kan gepaard gaan met een stevige wind. Meestal is dat een tegenwind. Maar wat schetst onze verbazing! We hebben er een windje mee. Valt vandaag dus mee. Dus met deze in de rug weer oerend hard door Spanje heen gescheurd. Bertus op zien Koga en Tinus op zien Kalkhoff. Haren strak in de nek ( tenminste die van mij dan)

Zowel Gerard als ik hebben heimwee en nu de finish langzaam inzicht komt merken we dat we vaker de diverse mooie maar ook tijd vragende bezichtigingen overslaan. Bovendien is het erg druk met lopende pelgrims UT Italië, Roemenië, Hongarije en Engeland. Daarom hebben we toch ook besloten om sommige stukken langs de provinciale weg N120 te blijven rijden. Het is minder leuk, heeft veel verkeer wat langs scheurt maar het schiet wel op.

Een plaatsje wat we hierbij aandoen heet “Cavia”, In dit dorpje is ook een burcht voor de caviaanse bevolking gebouwd. Het zag er oud en wat slecht onderhouden uit met een hoge deur. De cavia’ s die we dan ook in het dorp tegen zijn gekomen zullen er waarschijnlijk geen gebruik hebben gemaakt. Na Cavia hebben we een lang, stoffig en onverhard pad mogen "befietsen” . Onze fietsen die tot dan toe nog redelijk schoon waren gebleven, ook mede dankzij de rit in de regen over de Pyreneeën, zagen er daarna erg stoffig uit. Dit zou na een tweede pad van 20 km richting Lomas nog erger worden.

De Spaans hoogvlakte ligt, zoals de naam ook al aan geeft, wat hoger dan het andere gebied waar we vandaan kwamen. Dus klimmen en dalen, hoewel een droog landschap is het ook een mooi landschap.  Er waren veel roofvogels te zien die laag over de velden naar kleine prooien zochten. En deze jagers hadden blijkbaar vaak succes in de jacht, op veel plekken langs en op de weg waren bloedsporen van hun jacht te zien. Door onze aanwezigheid werd er ook veel wild over de weg of uit hun schuilplaats verjaagd, want regelmatig hoorden we geritsel naast de weg en zagen we kleine vogels opvliegen. Bij het doorkruizen van dat gebied heb ik ook het besluit genomen om de steen die ik zou achterlaten op de top van de Cruz de Ferro voor mijn moeder toch niet zou achterlaten maar deze weer mee terug te nemen naar Nederland. Op de crematie van mijn moeder heb ik aangegeven dat ik dat zou gaan doen. Maar nu ik door dit land reis en merk hoe heet en droog het is kan ik net niet voor elkaar krijgen om deze daar achter te laten en heb ik besloten de staan weer terug te gaan naar huis. Ik weet het! We hebben het over een steen die ik mee sleep vanuit Nederland. Een steen die ik eens heb meegenomen tijdens een wandeltocht in de Oostenrijkse bergen. Een land waar mijn moeder ook graag naar toe ging. Een steen!! Maar deze steen is gedurende de tocht meer geworden dan dat. Het vertegenwoordigd inmiddels de gedachte aan mijn moeder.  Ik breng deze gedachte weer terug en lever deze af bij mijn vader in Hoogezand.  Zo heb ik een beetje het gevoel gekregen dat ik mijn moeder heb meegenomen op een tocht die zij vanaf het begin af aan niet zag zitten. Jelle Brandt Corstius de as van zijn overleden vader en ik een steen.  Dat was voor mij, zo groot en “oud en wijs” als ik ben, toch weer een emotioneel moment.  Waar een tocht over een hoogvlakte al niet goed voor is.

De rest van de dag verliep vlot. De temperatuur liep ook vlot …………. omhoog. 42 graden. Onderweg hebben we in Revenga de Campos, de daar plaatselijk, maar al sinds 2004, staande beeld van de Pelgrim een hand gegeven. Zie ook de kiekjes daarvan.

Zoals ik al schreef, de temperatuur was hoog en dan zie je nog wel eens onverwachte zaken. Zoals in Fromista een ranke en slanke oude witte wief. Toch weer een wit wief. Zij verhief zich weer boven groene boompjes en stond van daaruit naar ons te lonken. De schaduw achter en onder haar zag er erg aanlokkelijk uit. Maar Gerard en ik zijn zo langzamerhand gegroeid ( mentaal dan wel te verstaan, qua gewicht neemt het af) en weten we beiden wat we thuis hebben zitten. Wij rijden steeds beter bewapend en makkelijker op deze lonkende dames af.

Een lange tocht, met veel kilometers, eindigde in een gemeentelijke Auberge. Waar we onze bedden hebben opgezocht op een zolder met 25 andere stoffige en dorstige pelgrims. Maar ja. Wat mag je verwachten voor 5 euries.  In ieder geval een warme nacht!!

Foto’s